Feng Shui

22 maart 2017
Berber Govaars

G. Groot vraagt: “Vroeger hoorde je veel over Feng Shui bij het inrichten, nu eigenlijk niet meer. Was het allemaal onzin?”

 

Inderdaad was Feng Shui een typisch woon-mode dingetje dat vooral in de late jaren negentig hoogtij vierde. Feng Shui is een Chinese filosofie die moet maken dat je in harmonie kan leven met je omgeving. Ja, je leest het goed, pak de zweefthee er maar alvast bij. Maar toch is het allerminst onzin. De woonwetten van Feng Shui zitten vol met goede tips en verstandige regels. Maar dat is ook meteen waarom je er niet veel meer over hoort. Want veel van die principes worden altijd al toegepast door woon-professionals die goed en logisch over inrichten nadenken. Het halve boekwerk dat ik destijds bij de cursus kreeg paste ik al lang toe en vond ik van een typische ‘Dûh-logica’. Maar daarom dus ook echt geen onzin!

Reken er dan ook maar op dat Feng Shui wel weer eens terugkomt, mee dobberend op de eeuwige woonmode golven. Leuke van die Chinese woonwetten is namelijk dat ze niets, maar dan ook helemaal niets met stijl te maken hebben. Het gaat niet om mooi, maar om welbevinden. Zet bijvoorbeeld nooit het hoofdeinde van je bed pal onder een raam, want je zult er niet goed slapen. Hocus pocus? Helemaal niet. Als je slaapt ben je kwetsbaar, dat raam achter je is de meest logische plek voor indringers of ander onheil om binnen te komen. En of je dan op een oude lattenbodem ligt of in dit prachtige bed van Loof, dat maakt die Chinese Feng Shui wetten helemaal niets uit.

Loof: Scandinavische slaapkamer